Groene rolsprietslak

Placida dendritica (Alder & Hancock, 1843)

Family
Limapontiidae
Superfamily
Plakobranchoidea
Superorder
Sacoglossa
Subterclass
Tectipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Placida dendritica
Groene rolsprietslak © Peter H. van BRAGT
Placida dendritica
Eikapsel © M.C. GUTTIEREZ (In vitro, Valencia, ES, 2005)
© Peter H. van BRAGT

Lengte

Tot ca. 20 mm.

Synoniemen

Calliopaea dendritica (orginal name)Hermaea brevicornisHermaea capensisHermaea dendriticaHermaea lutescensHermaea orbicularisHermaea ornataHermaea venosaPlacida brevicornis

Karakteristieke kenmerken

Holle rhinoforen met een longitudinale open naad over de gehele lengte. Veelvoudig vertakte dunne groene tot lichtbruine vertakkingen van de middendarmklier lopen door het gehele lichaam en alle uitsteeksels en vormen een goed herkenbaar complex netwerk.

Andere kenmerken

Lengte tot 20 mm. Voorzijde kop enigszins ingesneden. Gladde rhinoforen met afgeronde top. Voorzijde voet met afgeronde hoeken. De breed uitstaande en hoog uitstekende cerata geven de slak een breed en plomp uiterlijk. Lange gladde cerata met afgeronde top, staan in 8 dwarsrijen, 4 cerata per rij, per zijde. Geen cerata op de korte smalle staart.

Te verwarren met

Onmiskenbaar.

Kleur

Lichaam is semi-transparant crèmekleurig, meestal met een groene waas. Het gehele netwerk van de vertakkingen van de middendarmklier is groen, maar bij verhongerende dieren soms bruin.

Eieren

Gelatineuze dikke worst die enigszins gekruld in de periode mei-juni op het voedsel, zachte groenwieren, wordt afgezet. Tot 1.000 grijze eitjes per eiersnoer. Kan verward worden met de eiersnoeren van de Slanke rolsprietslak dat echter meestal veel meer en kleinere embryo's bevat en vaak wordt afgezet op roodwieren. En de eiersnoeren van het Goudstipje, dat echter meestal langer is en afgezet wordt op hydropoliepen.

Voedsel

Herbivoor, groenwieren, Chlorophyta: met name Vederwier en Viltwier, het zijn beide groenwieren met grote cellen.

Endo- en Ectoparasieten

Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort.

Seizoenstrend

De soort wordt zelden, infrequent en zeker niet jaarlijks waargenomen. Met slechts enkele waarnemingen in het voorjaar en de vroege zomer. Waarnemingen van eiersnoeren in Nederland zijn niet bekend, maar elders werden eiersnoeren in de periode mei tot in juni aangetroffen. Elders in Europa is de soort het gehele jaar waargenomen, met de meeste waarnemingen van mei t/m augustus.

Verspreiding Nederland

Sinds 1992 in Nederland aangetroffen. Zeldzaam en uitsluitend aangetroffen in de groenwierzones van de Centrale en Westelijke Oosterschelde, Westelijke Grevelingenmeer en 't Horntje, Texel. Niet bekend van de Westerschelde, het Veerse Meer, Haringvliet, Noordzee of aangespoeld op de Noordzeestranden.

Verspreiding Europa

Zuidkust van Noorwegen, Denemarken, Groot Brittannië, Ierland, Nederland, Frankrijk tot in de Westelijke Middellandse Zee.