Gekrulde vlokslak
Aeolidia filomenae Kienberger, Carmona, Pola, Padula, Gosliner & Cervera, 2016
Family
Aeolidiidae
Superfamily
Aeolidioidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Lengte
Max. ca. 12 cm.
Karakteristieke kenmerken
Brede, grote slak. Cerata: vaak nagenoeg allemaal naar binnen gebogen; zijn relatief kort; boven de basis plat en breed; staan in meestal goed herkenbare transversale rijen; en naast tot ver voor de rhinoforen. Het witte tot gelige pigment op de top van de rhinoforen loopt vaak diffuus, ver naar beneden door. Bij de Grote vlokslak Aeolidia papillosa bedekt het slechts een klein deel van de top en is het redelijk scherp begrensd aan de onderzijde.Andere kenmerken
Als bij de Grote vlokslak A. papillosa:
lengte tot 12 cm. Voorrand van de voet met korte spitse uitstekende
punten. De gladde rhinoforen zijn langer dan de koptentakels. Lichaam is
breder dan de voet, die zelden zichtbaar is. De puntige staart steekt
vlak achter de spitse cerata een beetje uit. De ogen staan vlak achter
de rhinoforen en zijn nauwelijks of niet zichtbaar. Cerata in tot 25
gepaarde dwarsrijen, met tot 24 cerata per rij, per zijde. Centrale rug
zonder cerata. Op de zijkant van de kop staan cerata tot voor de
rhinoforen.Te verwarren met
Volwassen exemplaren zijn te verwarren met de Grote vlokslak A. papillosa, die waarschijnlijk ook een identiek eiersnoer afzet. Onderwater en op foto's zijn de twee grotere soorten vlokslakken, Grote- A. papillosa en Gekrulde vlokslak A. filomenae vaak niet goed van elkaar te onderscheiden. Zie ook de soortpagina van Grote vlokslak-complex.Halfvolwassen slakken zijn mogelijk ook te verwarren met de kleinere soorten vlokslakken: Kleine- Aeolidiella glauca, Gekraagde- A. alderi en Verborgen vlokslak A. sanguinea.
Kleur
Variabel en deels gelijk aan de Grote vlokslak A. papillosa: de rug is vaak donkerder dan de cerata. Bij de Grote vlokslak is dit vaak omgekeerd. Lichaam wit tot grijs of lichtbruin. Juveniele slakken meestal geheel wit.
Lichaam en cerata van oudere slakken zijn wit tot bruingrijs en
variabel met kleine witte, grijze, bruinzwarte tot zwarte pigmentvlekjes
bezet. Op de kop vaak een grote witte tot gelige driehoekige tot
Y-vormige pigmentvlek, soms met uitlopers over de koptentakels. Het is
geen karakteristiek kenmerk, omdat het ook bij de Grote vlokslak A. papillosa variabel aanwezig is. Cerata zonder pigmentkap, de cnidosac in de toppen van de cerata is vaak goed zichtbaar.Eieren
Waarschijnlijk niet te onderscheiden van de eiersnoeren van de Grote vlokslak A. papillosa. Een dik, geleiachtig,
in dwarsdoorsnede rond snoer: meestal compact gevuld met witte, roze,
lichtgele of lichtoranje korte staafjes die een vaak onderbroken draad
met omgeslagen lussen vormen. Een linksgedraaide spiraal, meestal met
1-3 windingen, dat op diverse substraten wordt afgezet. Per eiersnoer
honderden staafjes met ieder weer honderden capsules met ca. 12-20
embryo's per capsule. Meestal meer dan 100.000den embryo’s per
eiersnoer. Alleen eiersnoeren aangetroffen bij met zekerheid gedetermineerde
slakken, kunnen als behorende tot de soort geregistreerd worden. Alle
andere waarnemingen van eiersnoeren kunnen geregistreerd worden als
behorende tot het Grote vlokslak-complex.Prooi
Zeeanemonen, Actiniaria: grote en kleine soorten zeeanemonen: o.a. Zeeanjelier, Metridium senile en Zeedahlia, Urticina feline.Endo- en Ectoparasieten
Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort. Echter, het is te verwachten dat, net als bij de Grote vlokslak A. papillosa, zowel endo- als ectoparasitaire copepode parasieten de soort kunnen infecteren. Zie ook de onderstaande opmerking.Opmerking
Op basis van anatomisch en DNA-onderzoek is in 2016 de soort Grote vlokslak A. papillosa gesplitst in Grote- A. papillosa en Gekrulde vlokslak A. filomenae. Veel historische Nederlandse en Europese waarnemingen van de Grote vlokslak A. papillosa betreffen mogelijk de Gekrulde vlokslak A. filomenae. Oude en nieuwe waarnemingen waarvan niet met zekerheid kan worden vastgesteld of het de Grote- A. papillosa of Gekrulde vlokslak A. filomenae betreft kunnen onder de naam Grote vlokslak-complex
geregistreerd worden. Als gevolg van deze splitsing zijn er momenteel
weinig geverifieerde gegevens over de specifieke verspreiding en
ecologie van de beide individuele soorten.Seizoenstrend
Waarschijnlijk als bij de Grote vlokslak A. papillosa:
De soort wordt in Nederland jaarlijks aangetroffen, en in alle
seizoenen. De meeste waarnemingen zijn van de winter en het voorjaar.
Minder waarnemingen in de zomer, maar de eerste juveniele
slakken kunnen al in augustus aangetroffen worden. Eiersnoeren vooral
in de winter tot in de vroege zomer. Zie ook de bovenstaande opmerking!Verspreiding in Nederland
Baster heeft in 1759-1765 als eerste over een grote soort vlokslak gepubliceerd. Samen met de Egelslak Acanthodoris pilosa was dit de eerste Nederlandse publicatie over zeenaaktslakken. Het is echter niet duidelijk of het een Grote- A. papillosa of Gekrulde vlokslak A. filomenae betreft. Tot dusver dateren de oudste waarnemingen, gevonden in fotoarchieven, van 1998. Beide soorten komen sympatrisch, gezamenlijk voor in de Nederlandse kustwateren.Zeer waarschijnlijk algemeen, op alle dieptes, langs de gehele Nederlandse kust: Wester- en Oosterschelde, Grevelingenmeer, Waddenzee, Noordzee en mogelijk ook aangespoeld op de Noordzeestranden. Geen recente waarnemingen uit het Veerse Meer en Haringvliet. Zie ook de bovenstaande opmerking!
Verspreiding in Europa
Zuidelijke soort: van Denemarken, Groot Brittannië, Ierland, Nederland,
België, Frankrijk tot Spanje en Portugal. Niet in de Middellandse Zee.
Het is niet duidelijk of waarnemingen uit Zweden en Noorwegen ook tot
deze soort behoren of dat het verkeerd geïdentificeerde Grote vlokslakken A. papillosa betreft. Zie ook de bovenstaande opmerking!Title
Content