Dubbelgestreepte waaierslak
Coryphella chriskaugei Korshunova, Martynov, Bakken, Evertsen, Fletcher, Mudianta, Saito, Lundin, Schrödl & Picton, 2017
Family
Coryphellidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Lengte
Max 45 mm.Synoniemen
Fjordia chriskaugei
Karakteristieke kenmerken
Geen wit pigment over de spitse top van de cerata: de
cnidosac is zichtbaar. Dunne, vaak onregelmatige, witte pigmentstrepen op alle
uitsteeksels, kop, de centrale rug en de zijkanten van de voet. Meerdere, vaak
onderbroken, onregelmatige, dunne, witte strepen op de cerata.Andere kenmerken
Lengte tot 45 mm. Een relatief slanke slak. De hoeken
van de voorrand van de voet steken spits uit. De rhinoforen met nauwelijks
herkenbare fijne rimpels, zijn circa 1,5 keer langer dan de gladde spitse
koptentakels. Cerata staan in tot circa 6 paar vaak slecht te onderscheiden,
brede clusters, op richels, op de zijkanten van de rug. Centrale rug en de punt
van de korte, spitse staart zonder cerata.Te verwarren met
Witgestreepte waaierslak Coryphella lineata, Slanke waaierslak C. gracilis en C.
verrucosa. En diverse andere soorten van de familie van de waaierslakken
Coryphellidae die op de West-Europese kust voorkomen.Kleur
Karakteristieke dunne, vaak onderbroken, witte
pigmentstrepen over het gehele lichaam en alle uitsteeksels. Twee of soms meer
dunne, vaak onderbroken, onregelmatige, witte pigmentstrepen op de anterieure,
posterieure en/of laterale zijden van de cerata. De strepen zijn gemiddeld
dunner en meer gefragmenteerd dan bij de Witgestreepte waaierslak Coryphella lineata. De pigmentstrepen op de
cerata zijn soms geheel afwezig. Lichaam, kop, de uitsteeksels en de schedes
van de cerata zijn semitransparant. Spitse punt van de cerata is transparant en
zonder witte pigmentkap: de cnidosac is goed zichtbaar. De kleur van de inhoud
van de cerata, de vertakkingen van de middendarmklier, is variabel en
waarschijnlijk afhankelijk van de prooi soort: zalmkleurig, diverse andere
kleuren rood tot fel rood, roodbruin of soms donkerbruin tot bijna zwart.Eieren
De witte onregelmatig golvende draad met omgeslagen
U-vormige lussen vormt een ongestructureerde compacte kluwen. Is niet te
onderscheiden van de eiersnoeren van andere waaierslakken: zoals o.a.
Witgestreepte waaierslak Coryphella lineata,
Slanke waaierslak C. gracilis,
C. verrucosa en Paarse
waaierslak Edmundsella pedata.Prooi
Hydropoliepen, Hydrozoa: diverse soorten
hydropoliepen, o.a. Penneschaft, Tubularia
indivisa en mogelijk ook diverse soorten zeeboompjes, Eudendrium sp..Endo- en Ectoparasieten
Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde
Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort.
In Noorwegen is tenminste een exemplaar waargenomen dat geïnfecteerd was met
copepode ectoparasieten, Doridicola
agilis aff.. Er zijn geen buitenlandse waarnemingen bekend van
endoparasieten in deze soort.Seizoenstrend
Er zijn onvoldoende Nederlandse gegevens/waarnemingen
om een trend te analyseren. Volwassen slakken zijn elders in Europa gedurende
het gehele jaar waargenomen, met de meeste waarnemingen in het voorjaar.Verspreiding in Nederland
Mogelijk aanwezig in het Nederlandse deel van de
Noordzee. Nog geen bevestigde waarnemingen uit de Zeeuwse Delta, de Wadden Zee
of aangespoeld op de Noordzeestranden.Verspreiding in Europa
Noorwegen, westkust van Zweden, Denemarken, Groot
Brittannië, Ierland, mogelijk ook in de Nederlandse Noordzee, tot mogelijk ook
in de meest westelijke Middellandse Zee in Spanje.Title
Content