Dubbelgestreepte waaierslak

Coryphella chriskaugei Korshunova, Martynov, Bakken, Evertsen, Fletcher, Mudianta, Saito, Lundin, Schrödl & Picton, 2017

Family
Coryphellidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Coryphella chriskaugei
Dubbelgestreepte waaierslak © Heine JENSEN, Noorwegen
Coryphella chriskaugei
Eikapsel © Erling SVENSEN, Noorwegen
Voedsel © Peter H. van BRAGT

Lengte

Max 45 mm.

Synoniemen

Fjordia chriskaugei

Karakteristieke kenmerken

Geen wit pigment over de spitse top van de cerata: de cnidosac is zichtbaar. Dunne, vaak onregelmatige, witte pigmentstrepen op alle uitsteeksels, kop, de centrale rug en de zijkanten van de voet. Meerdere, vaak onderbroken, onregelmatige, dunne, witte strepen op de cerata.

Andere kenmerken

Lengte tot 45 mm. Een relatief slanke slak. De hoeken van de voorrand van de voet steken spits uit. De rhinoforen met nauwelijks herkenbare fijne rimpels, zijn circa 1,5 keer langer dan de gladde spitse koptentakels. Cerata staan in tot circa 6 paar vaak slecht te onderscheiden, brede clusters, op richels, op de zijkanten van de rug. Centrale rug en de punt van de korte, spitse staart zonder cerata.

Te verwarren met

Witgestreepte waaierslak Coryphella lineata, Slanke waaierslak C. gracilis en C. verrucosa. En diverse andere soorten van de familie van de waaierslakken Coryphellidae die op de West-Europese kust voorkomen.

Kleur

Karakteristieke dunne, vaak onderbroken, witte pigmentstrepen over het gehele lichaam en alle uitsteeksels. Twee of soms meer dunne, vaak onderbroken, onregelmatige, witte pigmentstrepen op de anterieure, posterieure en/of laterale zijden van de cerata. De strepen zijn gemiddeld dunner en meer gefragmenteerd dan bij de Witgestreepte waaierslak Coryphella lineata. De pigmentstrepen op de cerata zijn soms geheel afwezig. Lichaam, kop, de uitsteeksels en de schedes van de cerata zijn semitransparant. Spitse punt van de cerata is transparant en zonder witte pigmentkap: de cnidosac is goed zichtbaar. De kleur van de inhoud van de cerata, de vertakkingen van de middendarmklier, is variabel en waarschijnlijk afhankelijk van de prooi soort: zalmkleurig, diverse andere kleuren rood tot fel rood, roodbruin of soms donkerbruin tot bijna zwart.

Eieren

De witte onregelmatig golvende draad met omgeslagen U-vormige lussen vormt een ongestructureerde compacte kluwen. Is niet te onderscheiden van de eiersnoeren van andere waaierslakken: zoals o.a. Witgestreepte waaierslak Coryphella lineata, Slanke waaierslak C. gracilis, C. verrucosa en Paarse waaierslak Edmundsella pedata.

Prooi

Hydropoliepen, Hydrozoa: diverse soorten hydropoliepen, o.a. Penneschaft, Tubularia indivisa en mogelijk ook diverse soorten zeeboompjes, Eudendrium sp..

Endo- en Ectoparasieten

Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort. In Noorwegen is tenminste een exemplaar waargenomen dat geïnfecteerd was met copepode ectoparasieten, Doridicola agilis aff.. Er zijn geen buitenlandse waarnemingen bekend van endoparasieten in deze soort.

Seizoenstrend

Er zijn onvoldoende Nederlandse gegevens/waarnemingen om een trend te analyseren. Volwassen slakken zijn elders in Europa gedurende het gehele jaar waargenomen, met de meeste waarnemingen in het voorjaar.

Verspreiding in Nederland

Mogelijk aanwezig in het Nederlandse deel van de Noordzee. Nog geen bevestigde waarnemingen uit de Zeeuwse Delta, de Wadden Zee of aangespoeld op de Noordzeestranden.

Verspreiding in Europa

Noorwegen, westkust van Zweden, Denemarken, Groot Brittannië, Ierland, mogelijk ook in de Nederlandse Noordzee, tot mogelijk ook in de meest westelijke Middellandse Zee in Spanje.