Kleine boompjesslak
Dendronotus frondosus (Ascanius, 1774)
Lengte
Max. 5 cm.Synoniemen
Karakteristieke kenmerken
Volwassen slakken tot circa 5 cm, mogelijk zelden iets groter. Met onregelmatig vertakte cerata in twee laterale rijen op richels op de zijkanten van het lichaam. En onregelmatig vertakte kopuitsteeksels op de voorrand van de kop.
Andere kenmerken
De uitwendige anatomie is bijna identiek aan die van de Onverwachte boompjeslak D. keatleyae en kleine exemplaren van de Grote boompjesslak D. europaeus. De top van de rhinoforen is verbreed en bezet met lamellen. De rhinoforen staan in een hoge schede met franjevormige aanhangsels op de rand. Deze franjes steken niet boven de rhinoforen uit. Tot zeven paar cerata zijn meervoudig vertakt en staan op lengteplooien op de zijkanten van het lichaam. De cerata zijn meestal minder vertakt dan bij de Grote boompjesslak D. europaeus. Lichaam met kleine puntige wratten van diverse afmetingen.
Te verwarren met
Onverwachte boompjeslak D. keatleyae en onvolgroeide exemplaren, kleiner dan 6cm, van de Grote boompjesslak D. europaeus. Exemplaren zonder bruin pigment kunnen verward worden met D. lacteus die echter nog niet met zekerheid in Nederlandse wateren is aangetroffen.
Kleur
Basiskleur is semitransparant grijswit met bruine tot roodbruine strepen en vlekken. Soms ontbreekt dit pigment en zijn de slakken bijna wit tot lichtgeel. Lichaam meestal zonder kleine goudgele pigmentvlekjes. Wratten soms met een gelig pigment vlekje. De uiteinden van de cerata zijn niet opvallend gemarkeerd met gelig pigment, zoals bij de Onverwachte boompjesslak.
Eieren
Waarschijnlijk identiek aan de eiersnoeren van de Onverwachte boompjesslak. Meestal witte, soms roze, dunne snoeren met regelmatige U-vormige lussen. Meerdere eiersnoeren zijn vaak dicht op elkaar afgezet in slordige kluwens, gekruld, rond de takken van de prooi. Tot ca. 30.000 embryo's per snoer (zie opmerking). De eiersnoeren van de Grote boompjesslak D. europaeus zijn dikker, groter en meer geleiachtig. Eiersnoeren van de Kleine boompjesslak D. frondosus op Zeecypres kunnen verward worden met die van de Zilverblauwe knotsslak Cuthonella concinna die in hetzelfde seizoen op dezelfde prooi aanwezig is.
Prooi
Hydropoliepen, Hydrozoa: Zeecypres Sertularia cupressina en waarschijnlijk ook andere soorten hydropoliepen.
Endo- en Ectoparasieten
Er is één geregistreerde Nederlandse waarneming van een mogelijke endoparasitaire copepode Splanchnotrophidae sp. infectie in een exemplaar van de Onverwachte boompjesslakt: Oosterschelde, mei, 2008. Er zijn nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van infecties met ectoparasitaire copepoda op de drie Nederlandse soorten van het Boompjesslak-complex.
Opmerking
In 2017 is, op basis van DNA- en anatomisch onderzoek, de Boompjesslak D. frondosus opgesplitst in Grote boompjesslak D. europaeus en met de nieuwe Nederlandse naam: Kleine boompjesslak D. frondosus. Vervolgens is in 2023 de Kleine boompjesslak opnieuw opgesplitst in o.a. de Kleine boompjesslak en deze soort: Onverwachte boompjesslak D. keatleyae. Omdat voor 2023 alle waarnemingen van de Kleine- en Onverwachte boompjesslak en voor 2017 alle waarneming van Nederlandse boompjesslakken als één soort, de Boompjesslak D. frondosus zijn geregistreerd, is er nu nog maar weinig bekend over de exacte geografische verspreiding en ecologie van de drie individuele soorten boompjesslakken in Nederland en elders. Waarnemingen van boompjesslakken die niet met zekerheid tot op de soort gedetermineerd kunnen worden, kunnen geregistreerd worden als behorende tot het boompjesslak-complex. Zie ook de soortpagina van het boompjesslak-complex.
Seizoenstrend
Er zijn onvoldoende geverifieerde waarnemingen van deze specifieke soort om een nauwkeurige seizoenstrend vast te kunnen stellen. Zie ook de bovenstaande opmerking.
In Nederland worden
boompjesslakken en eiersnoeren jaarlijks en mogelijk gedurende het
gehele jaar aangetroffen, met de meeste bevestigde waarnemingen van
slakken en eiersnoeren van april t/m juli. Elders in Europa: soorten uit
het boompjesslak-complex worden gedurende het gehele jaar waargenomen
met de meeste waarnemingen van maart t/m september.
Verspreiding in Nederland
Bomme heeft in zijn publicatie van 1773 al een boompjesslak Dendronotus sp. afgebeeld en beschreven. Waarschijnlijk betrof dit een Grote boompjesslak. Met de wetenschappelijke beschrijving van de Onverwachte boompjesslak in 2023, is het voorkomen van de Kleine boompjesslak in Nederlandse kustwateren ter discussie komen te staan. Zie ook bovenstaande opmerking. Op dit moment (2024) zijn er nog geen, op basis van DNA- en/of anatomisch onderzoek bevestigde Nederlandse waarnemingen van deze soort. Mogelijk behoren alle historische waarnemingen van voor 2023 tot de Onverwachte boompjesslak en die van voor 2017 tot of de Onverwachte- of Grote boompjesslak. Kleine- en/of Onverwachte Boompjesslakken zijn met name bekend van de centrale Oosterschelde bij Zierikzee en Goes en Texel. Boompjesslakken Dendronotus sp. komen lokaal algemeen voor op alle dieptes: in vooral de Centrale en Westelijke Oosterschelde en de Westerschelde. Zelden in het Grevelingenmeer. Ook bij Den Helder, Waddenzee, aangespoeld op de Noordzeestranden en mogelijk ook op wrakken in de Noordzee. Niet in het Veerse Meer en Haringvliet. Zie ook de bovenstaande opmerking
Verspreiding in Europa
Spitsbergen, IJsland, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Groot
Brittannië, Ierland, Nederland, België en de Atlantische Kust van
Noord-Frankrijk. Zie ook de bovenstaande opmerking.Title
Content