Roodgevlekte kroonslak

Doto coronata (Gmelin, 1791)

Family
Dotidae
Superfamily
Dendronotoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Doto coronata
Roodgevlekte kroonslak © Peter H. van BRAGT
Doto coronata
Eikapsel © Peter H. van BRAGT
Voedsel © Peter H. van BRAGT

Lengte

Max. ca. 15 mm.

Synoniemen

Doris coronata (original name)Doto costaeDoto forbesiiDoto splendida

Karakteristieke kenmerken

Rode pigmentvlekjes op de rug, ook direct rondom de basis van de cerata. Vaak, niet altijd, op bijna alle, inclusief de eindstandige, wratten van de cerata, een forse centrale rode pigmentpunt. Vaak, maar zeker niet altijd, grote pigmentclusters in de oksels van de cerata.

Andere kenmerken

Lengte tot 15 mm. Voorkant van de kop is plat en heeft een enigszins vierkante vorm. De lange, gladde rhinoforen staan in wijd uitlopende schedes. Cerata: 5-8 paar; knotsvormig; met 3-4 concentrische (parallelle) ringen van weinig uitstekende wratten; zonder cerata op de kale staart.

Te verwarren met

Meerdere andere soorten van het geslacht kroonslakken Doto. Voor meer informatie wordt verwezen naar de soortpagina van het Roodgevlekte kroonslak-complex. Waarnemingen van kroonslakken Doto sp. die niet met zekerheid tot op de soort gedetermineerd kunnen worden, kunnen geregistreerd worden als behorende tot het Roodgevlekte kroonslak-complex .

Kleur

Lichaam is witgeel tot wit, semitransparant, met karmozijnrode of roodbruine pigmentvlekjes. De inhoud van de cerata is lichtbruin, wit of roze. Veel rode pigmentvlekjes op de kop en rug. Deze rode pigmentering is zeer variabel.

Eieren

Karakteristiek voor soorten van het geslacht kroonslakken Doto: een wit en plat lint dat als een harmonica is opgevouwen en op de zijkant, meestal tegen of vlak bij de hoofdas van de prooi, wordt afgezet. Met tot ca. 35.000 embryo's per eiersnoer. Kan verward worden met eiersnoeren van veel andere soorten uit het geslacht kroonslakken Doto.

Prooi

Hydropoliepen, Hydrozoa: meerdere soorten hydropoliepen. In de Oosterschelde wordt de soort m.n. op Zeecypres, Sertularia cupressina en Gekromde zeeborstel, Hydrallmania falcata aangetroffen. Op de Klaverbank, Noordzee, ook op Zeedennetje, Abietinaria abietina.

Endo- en Ectoparasieten

Er zijn een klein aantal Nederlandse waarnemingen bekend van door endoparasitaire copepode, Splanchnotrophidae sp., geïnfecteerde dieren: Noordzee en Zeeuwse Delta. Er zijn geen Nederlandse waarnemingen bekend van copepode ectoparasieten op deze soort.

Seizoenstrend

De soort wordt in Nederland jaarlijks en kan gedurende het gehele jaar worden waargenomen. Met de meeste waarnemingen en aantallen slakken en eiersnoeren in zomer en najaar. Elders in Europa is de soort ook het gehele jaar waargenomen met de meeste waarnemingen van maart t/m juli en minder in de herfst en de winter.

Verspreiding in Nederland

Bomme heeft de soort al in 1773 beschreven. Het is de meest algemeen voorkomende kroonslak in de Nederlandse kustwateren. Sommige jaren algemeen in de centrale Oosterschelde. Verder langs de gehele kust: Westerschelde, Waddenzee, Noordzee en aangespoeld op de Noordzeestranden. Recent geen waarnemingen in het Grevelingenmeer. Niet in het Veerse Meer en Haringvliet.

Verspreiding in Europa

Van IJsland, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Groot Brittannië, Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal tot in de Middellandse Zee.