Rode kroonslak
Doto sarsiae cf. Morrow, Thorpe, & Picton, 1992
Family
Dotidae
Superfamily
Dendronotoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Lengte
Tot ca. 12 mm.Karakteristieke kenmerken
Kleine soort kroonslak. Helder rozerode vertakkingen van de middendarmklier vullen de cerata volledig. Op de cerata alleen rode pigmentpunten centraal op de eindstandige en nagenoeg alle onderliggende wratten. Geen pigmentclusters in de oksels van de cerata.Andere kenmerken
Lengte tot 12 mm. Gladde rhinoforen staan in wijd uitlopende schedes. Tot 7 paar druiventrosvormige, enigszins taps toelopende cerata in 2 laterale, longitudinale rijen. De wratten op de cerata zijn in 5 concentrische rijen gepositioneerd en steken een klein beetje uit.Te verwarren met
Meerdere andere soorten kroonslakken. Zie ook de soortpagina van Roodgevlekte kroonslak-complex. Waarnemingen van kroonslakken die niet met zekerheid tot op de soort gedetermineerd kunnen worden, kunnen geregistreerd worden als behorende tot het Roodgevlekte kroonslak-complex.Kleur
Lichaam semitransparant wit met veel donkerrode pigmentvlekken en stippen, ook op de kop en de schedes van de rhinoforen. Geen pigmentclusters in de oksels van de cerata. Witte pigmentvlekjes op de rhinoforen maar niet op de rand van de schedes.Eieren
Een voor kroonslakken karakteristiek wit lint dat opgevouwen als een harmonica en vastgehecht op de zijkant, tegen de hoofdas van het voedsel wordt afgezet. Nog niet in Nederland aangetroffen.Prooi
Hydropoliep, Hydrozoa: Geen Nederlandse waarnemingen. Elders monofaag op de hydropoliep Coryne eximia.Endo- en Ectoparasieten
Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort.Seizoenstrend
Er zijn onvoldoende Nederlandse gegevens/waarnemingen om een trend te analyseren. Slechts één mogelijke Nederlandse waarneming. Elders in Europa heel weinig bekende waarnemingen in uitsluitend mei en juni.Verspreiding in Nederland
Mogelijk slechts een keer aangetroffen in juli 2001 in de Noordwestelijke Oosterschelde. Er is geen nader DNA- of anatomisch onderzoek verricht om de determinatie te bevestigen. Daarom is de waarneming geregistreerd als "cf." con forma [Latijn] = lijkt op!Er zijn ook geen bevestigde waarnemingen bekend van deze soort van de Westerschelde, Veerse Meer, Grevelingenmeer, Haringvliet, Waddenzee, Noordzee of aangespoeld op de Noordzeestranden.
Verspreiding in Europa
Vooral bekend van Groot Brittannië en Ierland. Mogelijk ook in Nederland (Oosterschelde).Title
Content