Paarse waaierslak

Edmundsella pedata (Montagu, 1816)

Family
Flabellinidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Edmundsella pedata
Paarse waaierslak © Peter H. van BRAGT
Edmundsella pedata
Eikapsel © Peter H. van BRAGT
© Peter H. van BRAGT

Lengte

Tot ca. 50 mm, hier meestal kleiner dan 20 mm.

Synoniemen

Doris pedata (original name)Coryphella pedataEolis landsburgiFlabellina pedata

Karakteristieke kenmerken

Lichaam, kop, kopuitsteeksels en wanden van de cerata violet, paars of paarsrood.

Andere kenmerken

Lengte tot 50 mm, hier meestal kleiner dan 20 mm. Hoeken van voorrand voet spits uitgetrokken. Twee gladde spitse koptentakels zijn ongeveer even lang als rhinoforen. Rhinoforen nauwelijks gerimpeld met zeer kleine afgeronde wratten. Cerata in 4-6 paar nauwelijks te onderscheiden clusters op zijkanten van rug. Eerste cluster is meestal wel herkenbaar. Centrale rug en staart zonder cerata.

Te verwarren met

Onmiskenbaar.

Kleur

Uiterste punt cerata is transparant met daaronder een witte pigmentring die de cnidosac maskeert. Cerata met licht- tot donkerrode vertakkingen van de middendarmklier.

Eieren

De witte onregelmatig golvende draad met omgeslagen U-vormige lussen vormt een ongestructureerde compacte kluwen, dat meestal op de prooi wordt afgezet. Kleiner dan, maar niet te onderscheiden van de eiersnoeren van andere waaierslakken: Slanke waaierslak Coryphella gracilis, C. verrucosa, Witgestreepte waaierslak C. lineata en Dubbelgestreepte waaierslak C. chriskaugei

Prooi

Hydropoliepen, Hydrozoa: Zeeboompje Eudendrium arbuscula e.a. hydropoliepen.

Endo- en Ectoparasieten

Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort.

Seizoenstrend

Een in Nederland infrequent waargenomen soort. Geen Nederlandse jaarlijkse waarnemingen. Mogelijk op de Noordzee wel algemener en vaker voorkomend. In het verleden zijn slakken en eiersnoeren voornamelijk van april t/m november aangetroffen. Elders in Europa is de soort gedurende het gehele jaar waargenomen met de meeste waarnemingen van maart t/m oktober.

Verspreiding in Nederland

Vanaf 1999 in Nederland aangetroffen. Zeldzaam waargenomen in de centrale en westelijke Oosterschelde en op wrakken in de Noordzee. Niet bekend van de Westerschelde, Veerse Meer Grevelingenmeer, Haringvliet, Waddenzee of aangespoeld op de Noordzeestranden.

Verspreiding in Europa

Noorwegen, Zweden, Denemarken, Groot Brittannië, Ierland, Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal tot in de Middellandse Zee en de Azoren.