Noordelijke knuppelslak
Eubranchulus rupium (Møller, 1842)
Family
Eubranchidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Noordelijke knuppelslak © Peter H. van BRAGT
Eikapsel © Peter H. van BRAGT
© Peter H. van BRAGT
Lengte
Max. ca. 15 mm.Synoniemen
Tergipes rupium (original name)Galvina rupiumEubranchus rupium
Karakteristieke kenmerken
Kleine, cryptische slak. Afgeronde hoeken aan de voorzijde van de voet. Minder dan 25, in het midden een beetje gezwollen cerata staan op de zijkanten van de rug. Voor op de rug vaak in gepaarde clusters van 2-3 cerata. De karakteristieke middendarmklier is als een zigzagband alleen in de achterste helft van de rug zichtbaar.Te verwarren met
Brakwater knotsslak Tenellia adspersa, Slanke knotsslak Tergipes tergipes, Plompe knuppelslak Eubranchus exiguus en Witgestippelde knotsslak Tenellia sp. NL-1.Andere kenmerken
Behoort tot de orde Nudibranchia: de echte naaktkieuwige zeenaaktslakken. Lengte tot 18 mm, maar meestal veel kleiner. De rhinoforen zijn 2-3 keer
zo lang als de korte koptentakels. De cerata zijn enigszins urn-achtig
en afwezig op de centrale rug en spitse staart.Kleur
Lichaam is transparant wit met gele of bruine (nooit groene of grijze)
pigmentvlekken. De cnidosacs in de cerata worden gemaskeerd door een
diffuse witte pigmentkap met hooguit enkele bruine puntjes. Middendarmklier en de vertakkingen zijn bruin tot groen.Eieren
Onmiskenbaar. Een karakteristiek hoefijzervormig geleiachtige
klein snoertje, dat bijna altijd op de prooi wordt afgezet. Met tot
ca. 1.000 embryo's per snoertje. Meestal worden meerdere slakken samen
met meerdere eierafzettingen bij elkaar, op de prooi aangetroffen.Prooi
Hydropoliepen, Hydrozoa: diverse struikvormige hydropoliepen: o.a. Lange zeedraad Obelia longissima.Endo- en Ectoparasieten
Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van ecto- of endoparasitaire copepoda, op of in deze soort.Seizoenstrend
De soort werd jaarlijks in Nederland aangetroffen. De meeste waarnemingen van slakken en
eierafzettingen van februari t/m juli. Elders in Europa is de soort gedurende het gehele jaar waargenomen met de meeste waarnemingen van januari t/m juni.Verspreiding in Nederland
Vanaf 1914 in Nederland aangetroffen. Algemeen langs de gehele
Nederlandse kust en in de Noordzee. Ook in brakwater. De soort is
aangetroffen in de Oosterschelde, Grevelingenmeer, Veerse Meer, Wadden
Zee, Noordzee en aangespoeld op de Noordzeestranden. Er zijn geen geregistreerde
waarnemingen van de Westerschelde en Haringvliet. Vanaf 2014 is de soort hoofdzakelijk of alleen nog maar in het Grevelingen meer waargenomen, maar is daar schijnbaar sinds 2022 niet meer aangetroffen.Verspreiding in Europa
Groenland, Spitsbergen, Faeröer, Witte Zee, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Nederland met de Zeeuwse Delta als zuidelijke verspreidingsgrens. Niet bekend van de Britse Eilanden.
Title
Content