cf. Hemelsblauwe knotsslak

Trinchesia caerulea cf. (Montagu, 1804)

Family
Trinchesiidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Trinchesia caerulea cf.
cf. Hemelsblauwe knotsslak © Peter H. van BRAGT
Trinchesia caerulea cf.
Eikapsel © Peter H. van BRAGT
© Peter H. van BRAGT

Lengte

Max. ca. 26 mm

Synoniemen

Doris caerulea (original name)Cuthona caeruleaEolidia bassiEolis deaurataEolis glotensisEolis moliosTenellia caerulea

Karakteristieke kenmerken

Hoeken aan de voorrand van de voet steken als korte, driehoekige lobben zijwaarts uit, met een stompe punt. Dit is het enige betrouwbare, anatomisch, diagnostisch kenmerk voor deze soort. Onderwater, of op onderwaterfoto's is het echter meestal niet te herkennen. De kleurkenmerken op het lichaam en de cerata zijn zeer variabel. Lichaam is meestal semitransparant wit. Een brede blauwe band vanaf ongeveer het midden op de bovenste helft van de cerata, die meestal alleen aan de bovenzijde begrensd wordt door een oranje pigmentband.

Te verwarren met

Vijfbandige knotsslak Trinchesia cuanensis: een relatief iets grotere soort, tot 25 mm. Met minder uitstekende, halfronde hoeken op de voorrand van de voet; lichaam en kop zijn meestal heel licht geel of groenachtig; op de cerata een smallere blauwe pigmentband die dichter bij de top is gepositioneerd en meer prominent aanwezige oranje pigmentbanden boven en onder de blauwe band. Deze soort is met zekerheid, bevestigd met DNA-analyses in de Nederlandse kustwateren aangetroffen.

Andere kenmerken

Behoort tot de orde Nudibranchia: de echte naaktkieuwige zeenaaktslakken. Lengte meestal niet groter dan 15 mm. Met een smalle voet en een spitse staart. Gladde slanke enigszins vingervormige: met een smalle basis en een puntige top. De cnidosacs zijn zichtbaar in de punten van de cerata. Cerata staan in tot twaalf onduidelijke dwarsrijen met gepaarde clusters. Met tot 6 cerata per cluster. De gladde zijn tot 2,5 keer langer dan de korte koptentakels.

Kleur

De kleurkenmerken zijn zeer variabel en overlappend met die van de Vijfbandige knotsslak. Bij karakteristieke exemplaren is het als volgt: lichaam en kop zijn semitransparant wit, zelden met een lichtgele tot -groenachtig waas. Cerata: de basis is transparant; de vertakkingen van de middendarmklier zijn lichtgrijs tot zwart, soms met een groene tint; hooguit een beetje diffuus verdeeld geel tot oranje pigment vlak onder een oppervlakkige diffuse blauwe pigmentband; vlak onder de cnidosacs een gele tot oranje pigmentband die soms ook nagenoeg afwezig kan zijn; en een oranje diffuse onderhuidse band over de cnidosacs. De oranje en blauwe banden zijn zeer variabel van vorm, kleur en intensiteit en soms deels of geheel afwezig. Soms met een beetje blauw pigment op de staart. Zie ter vergelijking ook de kleurkenmerken van de Vijfbandige knotsslak T. cuanensis.

Eieren

Zijn nog niet met zekerheid op de Nederlandse kust aangetroffen. Een kleine, korte maar ook relatief brede, stevige, witte tot vuilwitte geleiachtige band, dat vastgehecht op de zijkant, meestal in een linksgedraaide ovale spiraal van iets meer dan 1-2 windingen, vaak op de prooi wordt afgezet. Met tot meer dan 1.000 embryo’s per eiersnoer. Lijkt op en kan dus verward worden met de eiersnoeren van de Vijfbandige knotsslak T. cuanensis.

Prooi

Hydropoliepen, Hydrozoa: soorten van het geslacht Sertularella. Kan hier met name op S. elisii aangetroffen worden. Elders ook op andere soorten hydropoliepen zoals mogelijk Haringgraat Halecium halecinum, Gekromde zeeborstel Hydrallmania falcata en soorten uit het geslacht Eudendrium.

Endo- en Ectoparasieten

Er is een geregistreerde Britse waarneming van een endoparasitaire copepode Splanchnotrophidae sp. infectie in een exemplaar van de nauw verwante soort: Vijfbandige knotsslak T. cuanensis, Eyemouth, Noordzee, Schotland, UK, juni, 2022. Er zijn nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van infecties met endo- en ectoparasitaire copepoda in of op deze soort en de Vijfbandige knotsslak. 

Opmerking

Op basis van anatomisch en DNA-onderzoek, is de soort Hemelsblauwe knotsslak Trinchesia caerulea in 2019 gesplitst in drie soorten. Twee daarvan komen voor op de Noordwest-Europese kust: de Vijfbandige- T. cuanensis en Hemelsblauwe knotsslak T. caerulea. Deze zijn onderwater en op onderwaterfoto's nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Om niet met zekerheid gedetermineerde waarnemingen te kunnen registreren is het Hemelsblauwe knotsslak-complex geïntroduceerd. Er is nog veel onduidelijk over onderscheidende en overlappende kenmerken, de verspreiding en ecologie van de individuele soorten. 
De Vijfbandige knotsslak T. cuanensis is met zekerheid op de Nederlandse kust aangetroffen. Of de Hemelsblauwe knotsslak hier daadwerkelijk ook aanwezig is, of is geweest, is nog niet definitief bevestigd.
De soortnaam "Hemelsblauwe" is afgeleid van de wetenschappelijke soortnaam "caerulaea" dat gebaseerd is op het blauwe kleurpatroon op de cerata van karakteristieke dieren.

Seizoenstrend

Er zijn nog geen bevestigde Nederlandse waarnemingen. Elders in Europa: gedurende het gehele jaar waargenomen, met de meeste waarnemingen van maart t/m oktober.

Verspreiding in Nederland

Er zijn nog geen bevestigde Nederlandse waarnemingen. Eerste Nederlandse waarnemingen van zeenaaktslakken die behoren tot het Hemelsblauwe knotsslak-complex vanaf 2012: uitsluitend bekend van de zuidwestelijke Oosterschelde en in de Noordzee bij de Kop van Walcheren. Het betreft hier echter waarschijnlijk uitsluitend waarnemingen van de Vijfbandige knotsslak T. cuanensis. Van het complex zijn er geen bevestigde waarnemingen uit de Westerschelde, Veerse Meer, Grevelingenmeer, Haringvliet, Waddenzee of aangespoeld op het Noordzeestrand.

Verspreiding in Europa

Noorwegen, Groot-Brittannië, Ierland, mogelijk in Nederland, Frankrijk, Spanje en de Middellandse Zee. Mogelijk ook bij de Azoren en in de Zwarte Zee. Veel van de zuidelijke waarnemingen betreffen waarschijnlijk een andere verwante soort: Trinchesia morrowae.