Gestreepte knotsslak
Tenellia foliata (Forbes & Goodsir, 1839)
Family
Trinchesiidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Gestreepte knotsslak © Peter H. van BRAGT
Eikapsel © Peter H. van BRAGT
© Peter H. van BRAGT
Lengte
Tot ca. 15 mm.Synoniemen
Eolidia foliata (original name)Cuthona foliataEolis conspersaEolis olivaceaTrinchesia foliata
Karakteristieke kenmerken
Vijf of zelden zeven opvallende oranje symmetrisch geplaatste pigmentclusters op de kop, voor en achter de rhinoforen, tot tussen de voorste cerata.Te verwarren met
De meer algemeen voorkomende Gestippelde knotsslak Rubramoena amoena, met lichter bruin of groen gekleurde cerata, e.a. soorten kleine knots- en knuppelslakken, Fionoidea.Andere kenmerken
Lengte tot 15 mm. Relatief brede knotsslak. De hoeken aan de voorzijde
van de voet zijn afgerond. De voorzijde van de kop is ingesneden, met
twee lobben. De
rhinoforen zijn langer dan de koptentakels. De cerata staan in 6-8
gepaarde dwarsrijen met 2-5 cerata per rij, per zijde. De voorste cerata
staan duidelijk gescheiden van en achter de rhinoforen.Kleur
Lichaam is semitransparant wit. De vertakkingen van de middendarmklier in de cerata zijn bruin met kleine donkerbruine korrelige vlekjes. In de onderste helft van de cerata vaak met onderscheidende meer donkerder bruine korrels. Een lichtbruine tot oranjebruine pigmentring
op het midden van de rhinoforen. Veel witte pigmentvlekjes over het
gehele lichaam en alle uitsteeksels. Soms een lichtbruine tot oranje
waas in de toppen van de cerata, koptentakels en rhinoforen. Zelden met
twee extra oranje pigmentvlekken op de zijkanten van de kop. Geen bedekkende pigmentkap,
hooguit slechts enkele verspreidstaande pigmentvlekjes vlak onder het
uiteinde en een klein aantal vlekjes op de top van de cerata: de
cnidosacs zijn goed zichtbaar.Eieren
Een kort, plomp, geleiachtig,
wit tot grijs rond snoertje dat een beetje gebogen tot hoefijzervormig,
meestal tegen de hoofdas van de prooi wordt afgezet. Met enkele
honderden embryo’s per eiersnoer. Kan verward worden met de
eiersnoeren van de Noordelijke knuppelslak Eubranchulus rupium, die ook hoefijzervormig zijn en meestal, maar vaak massaler, ook op hydropoliepen van het geslacht Obelia worden afgezet.Prooi
Hydropoliepen, Hydrozoa: verschillende soorten hydropoliepen, zoals Klein tandhoornkoraal, Dynamena pumila en andere hydropoliepen van het geslacht Zeedraad Obelia en Haringgraat Halecium halecinum.Endo- en Ectoparasieten
Seizoenstrend
Er zijn onvoldoende Nederlandse gegevens/waarnemingen om een trend te analyseren. Slechts een beperkt aantal slakken en eiersnoeren zijn hier van het voorjaar tot in de herfst aangetroffen.Elders in Europa: gedurende het gehele jaar door waargenomen.
Verspreiding in Nederland
Vanaf 1949 in Nederland waargenomen. Zeldzaam aangetroffen in de
centrale en westelijke Oosterschelde en het Grevelingenmeer. ook
aangetroffen bij Den Helder, Waddenzee (bij West-Terschelling) en Klaverbank, Noordzee.
Niet bekend van de Westerschelde, het Veerse Meer, Haringvliet of
aangespoeld op de Noordzeestranden.Verspreiding in Europa
Faeröer, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Groot Brittannië, Ierland, Nederland, Frankrijk, Portugal, Spanje, Middellandse Zee en bij de Azoren.Title
Content